Raadslid Kevin Kreuger (JA21): ‘Ik mis de empathische schakel op links’

‘Een liberaal met een conservatief sausje’ met een debatstijl die hij zelf als populistisch omschrijft. Kevin Kreuger (JA21) zit al zeven jaar in de gemeenteraad. Hoe is het om als rechtse politicus in een ‘links bolwerk’ als Amsterdam te werken? ‘De energietransitie is haast religieus op links. Dus het is erg moeilijk om kritiek te laten doordringen.’

Je begon in 2018 in de raad bij de FvD, maar bent twee jaar later overgestapt naar JA21. Waarom die keuze?

‘Het was de tijd dat er allerlei antisemitische appjes vanuit de FvD naar buiten kwamen. Het werd alsmaar gekker en ja, op een gegeven moment kon ik dat niet meer aan mezelf uitleggen. Bij JA21 zie ik daarentegen, dat er netjes binnen de lijntjes wordt gekleurd.’

Als rechts raadslid vorm je een minderheid in de raad. Welke rechtse standpunten breng je daar naar voren?

‘Ik zit vooral in de hoek van klimaat, energie en mobiliteit. Dat zijn thema’s waar ik mij hard voor maak. Met name als het gaat om de energietransitie. De gekkigheid moet daar vanaf. Het proces moet veel langzamer en vooral betaalbaarder worden voor Amsterdammers.’ 

Dus je bent niet tegen de overstap van Amsterdam naar groene, duurzame energie?

‘Nee, we moeten alleen wel efficiënter gaan werken. Op een gegeven moment is het gas gewoon op, maar de transitie kan op een veel rustigere manier. Links doet net alsof morgen alle kranen dicht kunnen, maar dat is natuurlijk niet het geval. We zijn nog heel lang getrouwd met gas. Vooral als je het snel wil doen, wordt het heel erg kostbaar en zijn de lagere inkomens daar de dupe van.’

Zijn er momenten dat je heel goed merkt dat je een rechtse minderheid bent in de Raad?

‘Ja, bijvoorbeeld met die doelen omtrent de energietransitie. Die zijn haast religieus op links. Dan is het erg moeilijk om mijn kritiek te laten doordringen.’

Je kunt ook zeggen dat die strenge eisen ervoor zorgen dat klimaatdoelen worden behaald. 

‘Ik heb vooral het idee dat links zichzelf een goed gevoel wil geven. Bijvoorbeeld bij de invoering van de zero-emissiezone in de stad. Veel kleine ondernemingen zijn daar enorm de dupe van. Ik mis een empathische schakel bij links. Hoe kunnen die ondernemers hun werk verder doen, als ze afhankelijk zijn van een busje?’

Je focust je vaak op de minder bedeelden, mensen met lage inkomens die de dupe worden van beleid van de overheid. Het klinkt bijna als een sociaal-links geluid. 

‘Ja, voornamelijk die progressieve linksen zijn het een beetje vergeten, maar een populist en een socialist zien in de kern dezelfde strijd: een klassenstrijd. De linksen hebben het over het proletariaat tegen de bourgeoisie en populisten zien, een beetje gechargeerd, de elite tegen het volk.’

Zie jij jezelf ook als een populist? 

‘Mijn debatstijl is populistisch. Tijdens debatten maak ik zo nu en dan dat onderscheid tussen de elite en het volk kenbaar. En ik ben, naar mijn mening, scherper en directer naar bewindslieden toe dan bijvoorbeeld rechtse raadsleden van de VVD. Maar dat is misschien ook gewoon mijn persoonlijkheid.’